Spanningsproblemen
in het energienet
Heeft u last van knipperende lampen of problemen met het terugleveren van stroom omdat de omvormer van de zonnepanelen uitschakelt? Dan heeft u mogelijk last van spanningsproblemen. Die komen voor als de spanning in het energienet te hoog of juist te laag wordt. Lees hieronder wat spanningsproblemen zijn en wat u er zelf aan kunt doen.
Let op: knippert het licht voortdurend en/of werkt apparatuur niet goed (uitgezonderd omvormers van zonnepanelen)? Bel dan het Nationaal Storingsnummer: 0800-9009 (gratis).
Hoe ontstaan spanningsproblemen?
We gebruiken samen steeds meer elektriciteit, bijvoorbeeld voor het verwarmen en koelen van woningen, om te koken en om elektrisch te rijden. Ook wordt er steeds meer stroom opgewekt, omdat het aantal huishoudens met zonnepanelen op het dak blijft groeien.
Als de spanning op ons elektriciteitsnet goed is, werken apparaten zoals tv’s, computers en omvormers van zonnepanelen normaal. Een goede spanningskwaliteit ligt tussen de 207 en 253 volt. Zodra de spanning afwijkt en te hoog of juist te laag is, treden spanningsproblemen op. U herkent spanningsproblemen aan bijvoorbeeld lichten die vaker knipperen of zonnepanelen die geen stroom meer terugleveren aan het net omdat de omvormer uitvalt.
Problemen met uw zonnepanelen?
schakel een erkend installateur in
Huishoudens en bedrijven leveren steeds meer elektriciteit aan het net terug, bijvoorbeeld door zonnepanelen te plaatsen. Op zonnige dagen kan er een grote piek aan energie op het net komen, waardoor de netspanning stijgt. Als de spanning in het net te hoog wordt, schakelen de omvormers van zonnepanelen automatisch uit. Zonnepanelen zijn zo ingesteld dat ze boven een spanning van 253 volt uitvallen. Dit is een beveiliging om te voorkomen dat elektrische apparaten in huis kapot gaan en is wettelijk verplicht. Hierdoor kan tijdelijk geen elektriciteit aan het net worden teruggeleverd. Zodra de spanning weer naar een normaal niveau zakt, schakelt de omvormer (meestal) vanzelf weer in.
Ook uw eigen installatie kan zorgen voor problemen. Controleer daarom uw installatie door een erkend installateur in te schakelen. Er zijn verschillende manieren waarop de installateur de spanningsproblemen mogelijk kan oplossen:
- De installateur onderzoekt of de voedingskabel voor de omvormer voldoende dik is (bijvoorbeeld 6 mm² i.p.v. 2,5 mm²) en probeert de kabel zo kort mogelijk te houden.
- De installateur begrenst het piekvermogen door een kleinere omvormer te kiezen dan het totaalvermogen aan zonnepanelen (bijv. 3 kW op 3,5kWp aan panelen).
- De installateur onderzoekt of de omvormer voldoet aan de eisen van de Europese Netcode Requirements for Generators (RfG).
- De installateur adviseert om voor grotere PV-installaties (groter dan 4 kWp) een driefase-omvormer aan te schaffen. Hierdoor verkleint de kans dat de omvormer afschakelt door een te hoge spanning.
Tips om problemen te beperken
met zonnepanelen
met zonnepanelen
Gebruik uw eigen opgewekte stroom
Verbruik op zonnige dagen zoveel mogelijk van uw opgewekte stroom door bijvoorbeeld de vaatwasser aan te zetten of uw elektrische auto op te laden. Slimme apparatuur in huis? Tegenwoordig hebben veel apparaten een timer. Deze kunt u zo instellen dat ze aangaan op het moment dat u (veel) stroom opwekt. Bekijk op eklok.nl wat een goed moment is om energie te gebruiken. Een groene eKlok betekent dat er veel stroom beschikbaar is. Is de eKlok rood? Dan is het juist erg druk op het stroomnet.
Zonnepanelen op het oosten en/of westen
Zijn uw zonnepanelen nog niet geplaatst? Energie van zonnepanelen die op het oosten en/of het westen gericht zijn, wordt over het algemeen efficiënter gebruikt. De opbrengst is zo’n 10% lager dan panelen gericht op het zuiden, maar de productie van stroom sluit beter aan op het verbruik. Zonnepanelen op het oosten en westen leveren de meeste stroom op in de ochtend of avond – de momenten waarop u het meest thuis bent.
Meld uw zonnepanelen aan
Meld uw zonnepanelen aan via energieleveren.nl. Zo hebben wij alle opwekkers in kaart en weten we waar we ons net moeten aanpassen zodat u zo veel als mogelijk kan blijven terugleveren.
Knipperend licht of niet werkende apparatuur
Een lage spanning op het elektriciteitsnet ontstaat als er veel mensen tegelijkertijd stroom nodig hebben, terwijl er weinig wordt opgewekt. Dit merkt u aan knipperende lichten, apparatuur die niet goed functioneert, een warmtepomp die niet werkt of een laadpaal die soms afslaat.
Tips om problemen te beperken
met apparatuur
met apparatuur
Verbruik minder energie tijdens piekuren
Vermijd gelijktijdig gebruik van apparatuur zoals laadpalen, wasmachines, drogers en warmtepompen op momenten dat er weinig elektriciteit is. Dit is vooral tussen 7:00 en 9:00 uur 's ochtends en 16:00 en 21:00 uur ’s avonds. Tijdens de piekuren neemt de druk op het elektriciteitsnet toe. Gebruik daarom zo min mogelijk elektronische apparaten tijdens deze uren en zet niet alle apparaten tegelijk aan. Bekijk op eklok.nl wat een goed moment is om energie te gebruiken.
Pas het laadvermogen aan
Heeft u een elektrische auto? Onderzoek of u het laadvermogen kunt aanpassen. Wanneer er in een straat meerdere auto’s tegelijkertijd worden opgeladen, kan dit voor een te lage spanning zorgen. Als u het laadvermogen kunt aanpassen, kan dat problemen voorkomen. Als het aanpassen van het laadvermogen niet mogelijk is, raden wij aan uw auto na 21.00 uur op te laden. Zo vermijdt u de piekuren in het elektriciteitsnet.
Controleer of uw apparatuur juist is aangesloten
Schakel een erkend installateur in om te controleren of uw apparatuur op de juiste groepen in de meterkast is aangesloten.
Koop apparatuur met CE-markering
Koop apparatuur met een CE-markering. Deze markering betekent dat het apparaat bestand is tegen spanningsschommelingen. Meer tips vindt u op energieveilig.nl.
Metingen spanningskwaliteit
Netbeheerders bewaken de spanningskwaliteit en geven inzicht in de landelijke meetresultaten via een jaarlijkse rapportage op de website van Netbeheer Nederland. Hier vindt u bovendien meer informatie over spanningskwaliteit.